Zeepkruid – Saponaria officinalis

Ik heb intussen besloten dat ik gedurende de schoolvakantie het bloggen heel erg terug zal schroeven… Vaker dan één blogje per tien tot veertien dagen zit er deze twee maanden wellicht niet in…

Aan het volgende stukje ben ik al een paar dagen aan het werk, en het fotootje dat erbij hoort komt één van de volgende dagen wel… Dat staat op de andere computer en die is voorlopig door manlief in gebruik…

Toen we maandag terug thuis kwamen na weekendje aan zee stond het zeepkruid in bloei.
En een paar uur later, toen ik mijn mail checkte, dook er op de Kruidenmandmailinglijst een vraag op naar recepten met Zeepkruid. Allicht was dat geen ’toevallige samenloop’ van omstandigheden, maar gewoon te wijten aan het feit dat ook in andere tuinen nu het zeepkruid bloeit en daardoor opvalt.

Hoewel: zeepkruid is volgens mij een kruid dat toch niet zo vaak in tuinen wordt aangeplant. Toch zei mijn man, toen ik het bloeiende zeepkruid attent maakte: ‘Dat is toch een plant die je vaak in tuinen ziet?’ Allicht komt dat, door de grote gelijkenis met de Phloxen. Inderdaad zijn het allebei planten uit de familie der Caryophyllaceae (anjerachtigen), net zoals silenes en koekoeksbloemen, maar ook tuinplanten als Lychnis (prikneus), en inderdaad, anjers. En eigenlijk vind ik dat je de familiegelijkenis tussen die verschillende planten goed ziet, behalve bij de gecultiveerde anjer, die alleen nog met veel fantasie op een anjer lijkt. (Google maar eens op steenanjer of karthuizeranjer… Een heel ander beeld dan de ‘genoffels’ zoals mijn grootmoeder ze noemde. Van die ‘genoffels’ houdt ik trouwens niet, hoe heerlijk ze ook geuren… Ik hou van heel veel bloemen en planten, maar gerbera’s en gecultiveerde anjers kunnen mij totaal niet bekoren.)

Zeepkruid is heel gemakkelijk te kweken, het stelt nauwelijks eisen wat betreft grondsoort en vochtigheid. Meer nog: eens je het in je tuin hebt, krijg je het niet meer zo gemakkelijk weg: met behulp van worteluitlopers duikt het voortdurend terug op. Toch vind ik heb behoorlijk goed in toom te houden…. Trek het met wortel en al uit waar je het niet wil hebben, en gebruik die wortels voor een natuurlijk shampoo:

Als je er het internet op nazoekt, merk je dat het basisrecept voor zeepkruidshampoo overal gelijk is, maar dat er over de hoeveelheid te gebruiken kruid weinig duidelijkheid bestaat.
Elk recept gaat uit van een hoeveelheid zeepkruidwortel (al moet het met blad ook lukken)die wordt afgekookt in een iets grotere hoeveelheid water gedurende twintig tot dertig minuten. (De meeste recepten lijken uit te gaan van één kop gedroogde en gehakte wortel op anderhalve tot twee koppen water, hoewel ik ook een recept vond dat sprak over een theelepel kruid op een halve liter water, en dat voorafgaand een nacht laten weken… Zelf wat experimenteren en zoeken naar de goede verhouding zou ik zeggen…).
Het aldus verkregen afkooksel kan je een dag of 10 bewaren, en gebruiken als shampoo.
Je kan aan je shampoo nog andere kruidenaftreksels toevoegen, bv een combinatie van brandnetel, salie en roosmarijn. Je gaat dat uit van een sterke infusie van een handvol van elk van die kruiden in anderhalve tot twee koppen water. Je laat het (verse) kruid slinken in kokend water, haalt de pan van het vuur en laat het nog een paar uur trekken. (Gebruik bij voorkeur een geëmailleerde pan, een metalen pan zou wat kunnen verkleuren.) Je mengt het kruidenaftreksel in een verhouding van één op één met de shampoo.

Je shampoo zal enigszins schuimen, maar lang niet zoveel als een shampoo uit de winkel, en ook de consistentie is gewoon waterig, en niet gel-achtig. Maar je hebt wel een perfect natuurlijke en natuurvriendelijke shampoo, die volkomen biologisch afbreekbaar is ;-)!

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

4 thoughts on “Zeepkruid – Saponaria officinalis

  1. Hoi Ann, ook al heb je niet zoveel met anjers (is bij mij net zo, vooral die gekweekte anjers dus), toch hierbij wat tuinfranje ivm anjer = genoffel.

    Genoffelen (en vele varianten hierop):
    Dit is een oude naam voor anjer, meer in het bijzonder de prachtanjer, Dianthus caryophyllus.
    Zie bijvoorbeeld het hoofdstuk over de anjers in het Cruijdeboeck van Dodoens:
    http://www.leesmaar.nl/cruijdeboeck/deel2/capitel007.htm

    Naast genoffel is er de naam nagelbloem, een andere naam voor de anjer. De vorm van die bloem lijkt namelijk een beetje op een spijker (nagel). De anjer werd daarom vroeger vaak afgebeeld op schilderijen waar Christus op stond. Die werd immers aan het kruis genageld.

    Giroffelnagel (en varianten hierop) is de: kruidnagel. Een oudere botanische naam is: Caryophyllus aromaticus.

    Zie nog voor (vele) varianten van genoffel:
    http://www.let.ru.nl/dialect-bin/wbd_cgi.pl?db=materiaalbasis343&field=lemmatitel&word=anjer&sort=lemmatitel&browse=on

    Zeepkruid:
    De blaadjes van zeepkruid zijn ook geschikt om je handen mee te wassen – wat bladen kneuzen en met een beetje water mengen, en vuile handen (bijv. na het oogsten van goudsbloembloemen of wanneer je met salie of rozemarijn bent bezig geweest) worden makkelijk schoon, of in ieder geval schoner.

    En geel nagelkruid (Geum urbanum) heette vroeger Caryophyllata, ook een verwijzing naar het kruidnagelachtige (“om dat de wortelen nae gyroffelsnagelen schijnen te riecken”, aldus Dodoens).
    Het Duitse woord Nelke (“nageltje”), Nelkewurz en het Franse giroflée staan hiermee in verband.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.