Eetbare distels – Kardoen

Cynara cardunculus - KardoenOp dagen dat ik zelf niet tot fotograferen kom – drukke weekends, en wanneer je ’s avonds na het werk ook het huis weer aan de kant hebt wordt het alweer donker – dan haal ik oude foto’s boven en zoek inspiratie voor onderwerpen in andere blogs.

Anton – die volgens mij minstens een paar distels in zijn planten top-vijf heeft staan – had het de voorbije dagen over een aantal distels die (in elk geval in het verleden) ook als voedsel werden gebruikt.
Hij laat de Mariadistel (Silybum marianum) zien, de moesdistel (Cirsium oleraceum), de artisjok (Cynara scolymus), en belooft ook nog foto’s van de kardoen (die zijn nog niet gepubliceerd op het ogenblik dat ik dit stukje schrijf, link volgt dus later).

Op dat gebruik als groente wil ik wat nader ingaan. Wat de artisjok betreft, dat hoeft allicht geen verder betoog, en over het gebruik van de mariadistel als groente vertelde ik ruim een jaar geleden al, in mijn reeksje over dat kruid.
De moesdistel heb ik niet in mijn tuin, maar op de foto’s van Anton is al te zien dat die zeer overvloedig mals (en decoratief!) blad vormt, en zowel de jonge bladeren als de stengels worden gegeten vooraleer er bloemknoppen worden gevormd.

Kardoen (Cynara cardunculus) daarentegen heb ik hier wel groeien. Aan de botanische naam zou je al kunnen zien dat het een neefje van de artisjok is, maar ook uiterlijk is de gelijkenis meer dan treffend. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de jonge bloemknoppen (die wel wat kleiner zijn dan die van de artisjok) op dezelfde manier kunnen worden klaargemaakt.
De kardoen werd echter toch vooral geteeld voor de sappige middennerven van het blad. Maar eerlijk is eerlijk, ik vind de bloemen van de kardoen zo mooi, dat ik er nog niet toe ben gekomen om een plant aan een maaltijd op te offeren. (Yo gaf vorige maand trouwens een tip, om tot ver na pasen van de bloemen te blijven genieten.)
De kardoen is een tweejarige plant, die in het eerste jaar een forse bladrozet vormt. In het tweede jaar komen de bloeistengels dan te voorschijn, en na de bloei en het afrijpen van het zaad sterft de plant meestal af, al komt het ook voor dat onderaan nieuwe scheuten worden gevormd.
Om de plant te eten, wordt het blad meestal gebleekt. Daartoe ga je in augustus van het eerste jaar het pakket bladeren met bijvoorbeeld jute omwikkelen. In het najaar oogst je dan het bleekgeworden blad, en de bladribben kan je klaarmaken zoals bleekselderij, waarbij je zorgt dat je de ‘draden’ ook goed wegsnijdt. Het bleken doe je, om de erg bittere smaak te milderen.
Een paar weken geleden, op een voordracht bij de plaatselijke VELT-kring, vertelde Bart Belmans van kwekerij Sanguisorba, dat het bleken niet perse nodig is. De ergste bitterheid kan je immers ook weghalen, door de bladribben een nacht in zout water te leggen.

Misschien moet ik volgend jaar toch maar een keer van mijn hart een steen maken en de bloemenpracht van een jaar later laten schieten voor een maaltje kardoen?

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

2 thoughts on “Eetbare distels – Kardoen

  1. @AnneTanne,

    Inderdaad behoren distels in zijn algemeenheid tot mijn favoriete planten, en niet vanwege de stekeligheid hoor.

    De Artisjok kende ik wel maar van het bestaan van Kardoen wist ik pas sinds zeer recent. Laatst was ik dus in een heemtuin waar bij alle planten bordjes stonden en eureka, daar zag ik dus ook de Kardoen 🙂 Ik heb in die tuin zoveel foto’s gemaakt en vergeten aantekeningen te maken dat ik van sommige foto’s nu niet meer zeker weet van welke plant ze zijn. Stom, stom, stom, maar er groeiden danook bijna 400 plantensoorten. Ik weet zelfs niet of de foto’s die ik nu online heb staan wel van Kardoen zijn 🙁 Zo niet dan toch wel van een ander distelsoort dat ik ook niet ken(de).

    De foto’s staan intussen online en voor wie nog wat geduld heeft komen er op de blog vanavond (laat ?) nog een aantal (ouwerwetse ?) voedselgewassen bij. Als serie over die heemtuin heb ik dermate veel foto’s dat ik daar mijn blog nog wel een paar dagen mee kan vullen….

    Eerst inspireerden jouw verhalen over boerentuinen mij tot een bezoekje aan die heemtuin. Nu lees ik dat jij Kardoen ook in de tuin hebt en er over hebt geschreven. Leuk.

    Grappig vind ik ook wel dat jij distels blijkbaar net zo mooi vind als ik en het met moeite over je hart kunt halen (of hoe zeg je dat ?) om die Kardoen te consumeren.

  2. Anton, ik had vanmorgen al op je blog gereageerd, maar het lijkt dat die reactie je niet bereikt heeft. Ik vrees dat je ‘kardoen’foto’s inderdaad geen kardoen zijn. Kardoen heeft, zoals je op mijn en Yo’s foto’s ziet, een typische ‘artisjok’knop, en geen stekelige ‘zijbladen’ aan de knop.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.