Last van Slakken in je Tuin?

Regelmatige lezers van dit blogje laten zich door de titel van dit stukje niet in de luren leggen… Maar laat ik me op voorhand al verontschuldigen bij iedereen die via een zoekmachine bij dit bericht terechtkomt…

Cepaea nemoralis | jonge Gewone tuinslak - young Grove snail
Cepaea nemoralis | jonge Gewone tuinslak - young Grove snail

Ik heb geen last van slakken…
Mijn tuin heeft geen last van slakken…
En zelfs de planten in de tuin hebben er volgens mij geen last van.

De vogels misschien wel… Het moet voor lijsters toch geen sinecure zijn, om zelfs met behulp van hun beroemde smitse een maaltijdportie slakken van hun huisje te ontdoen.

In mijn tuin zitten vooral huisjesslakken, en als ik die tijdens mijn tuinexploten tegenkom, geven ze me nog altijd een vakantiegevoel:
Ik ben opgegroeid in Lommel, in een stukje van de Kempen waar zo ongeveer geen greintje kalk in de bodem is terug te vinden. En waar geen kalk in de bodem zit, vind je geen huisjesslakken, want hoe bouw je een huis als er geen grondstoffen voorhanden zijn?
Slakkenhuisjes hoorden voor mij dus bij de vakantie: slakkenhuisjes zoeken in de duinen vond ik nog bijna plezieriger dan schelpen rapen op het strand, en ook tijdens vakanties in de Alpen waren slakken-met-huisjes vaak een dagelijkse vondst. In de tuin kende ik alleen de rode wegslak, die op het pad in de moestuin van mijn grootvader zijn slijmerige sporen achterliet.

Cepaea nemoralis |  Gewone tuinslak -  Grove snail
Cepaea nemoralis | Gewone tuinslak - Grove snail

De slakken die ik hier vind zijn meestal gewone (of ook wel ‘bruingerande’) tuinslakken, met hun heel diverse huisjes. De huisjes zijn soms wel, soms niet gestreept, en hebben een bruinroze, gele of bruine grondkleur. Net zoals bij de mens de huid- en haarkleur erfelijk bepaald is, zijn ook bij deze slakken erfelijke factoren verantwoordelijk voor die uiterlijke kenmerken.

In meer noordelijke, koudere streken zouden meer bruine gewone tuinslakken voorkomen, omdat met donkere huisjes sneller kan geprofiteerd worden van elk opwarmend straaltje zon. De lichtere, gele huisjes lijken dan meer vaker voor te komen in zuiderse landen, waar ze hun bewoners koeler houden. Maar ook in eenzelfde klimaat kunnen plaatselijke omstandigheden de ene of de andere vorm bevoordelen: In een weiland zullen de donkere huisjes meer opvallen dan de geel-gestreepte, en als in de regio veel lijsters voorkomen, zullen de bruine vormen daarom in het nadeel zijn. In bosranden daarentegen…

Cepaia nemoralis | Gewone tuinslak - Grove snail
Cepaia nemoralis | Gewone tuinslak - Grove snail

De naam ’tuinslak’ is wellicht wat misleidend: zowel de gewone als de witgerande tuinslakken komen voor in diverse biotopen: je vindt ze in grasland, bij struikgewas en in bossen.

De vijf exemplaren op de foto hierboven vond ik tijdens het wieden in de border op een oppervlakte van nog geen vierkante halve meter.

Cepaea nemoralis | Gewone tuinslak -  Grove snail
Cepaea nemoralis | Gewone tuinslak - Grove snail
En nee… de planten in de border hebben van die slakken geen last: De gewone tuinslak (en het witgerande familielid) heeft heel graag dode plantenresten op het menu, met een voorkeur voor afgestorven maar nog groene delen – al wordt hier en daar ook wel gesuggereerd dat ze ook wel een hapje verse plant lusten. In de afdeling verse groenten lijken vooral brandnetel en boterbloem als delicatesse te worden beschouwd. (En ik moet de eerste tuinier nog ontmoeten, die daar een probleem van maakt.)

Euh… bruingerand en witgerand? Die benaming slaat op de kleur van de ring rond de opening van de schelp, die bij de gewone tuinslak meestal bruin (en soms wit) en bij de witgerande vaak wit, en nu en dan een keer bruin is. De witgerande tuinslak is over het algemeen net iets kleiner dan een gewone… maar net zoals een grote Italiaan groter kan zijn dan een kleine Nederlander kan een grote witgeranden… Inderdaad.
De twee soorten lijken dus eigenlijk heel erg veel op elkaar, maar kunnen niet onderling kruisen, en vormen dus echt wel verschillende soorten. Om met zekerheid het onderscheid te maken moet je hun geslachtsorganen disseceren…

(Gemerkt dat de Engelse tekst ontbreekt dit keer? Tja, ik merk dat ik een hele boel blogpostjes als een gedeeltelijk kladje heb klaarliggen, maar het vertaalwerk ligt me soms wat op de maag… Ik heb me dus voorgenomen me niet meer verplicht te voelen om al mijn berichtjes in twee talen te posten…)

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

15 thoughts on “Last van Slakken in je Tuin?

  1. alweer een reeks mooie foto’s.
    Heb zelf wel wat last van slakkenvraat bvb. op de hosta’s, lupinen, clematis en zelfs in de rabarber. Maar ik laat ze maar doen, reken en beetje op de merels en lijsters om wat opruimwerk te verrichten.

  2. Tot nu toe ook niet veel last van in de tuin, maar ik heb voor de zekerheid toch maar een stuk plastiek fles rond de jonge zonnebloemen gezet.
    Ik heb ze ooit op één nacht tijd 5 jonge zonnebloemen en 10 verse peterselieplantjes weten opvreten

    Ik heb er wel last van naaktslakken in de keuken. Ik zie regelmatig sporen op het aanrecht en sporadisch kan ik er eentje dikwijls met eitjes en al betrappen onderin een bloempot.

  3. Mijn voorkeur gaat uit naar de eerste foto van de jonge gewone tuinslak in deze reeks. Het blauw in de rechter bovenhoek verglijdt zo mooi in de zachtgroene achtergrond. Het gele slakkenhuisje komt daardoor goed in beeld.

  4. Mooie foto’s! Ik krijg er op slag zin van om ook op zoek te gaan naar huisjesslakken. 🙂
    Enkel in de serre wat last van (naakt)slakken die de jonge slaplantjes lastig vallen. Een beetje escargo (is een dier- en milieuvriendelijke slakkenkorrel) gestrooid om hun enthousiasme wat te temperen en dat lijkt wel te werken ondertussen.

  5. Mijn dorpstuintje zit vergeven van kleine slakjes van mooie tot lelijke,met de huisjesslakken houd mijn kleindochter slakkenrace en inderdaad de ene is sneller dan de andere.
    Elke dag zoek ik de slakken en gooi die een een diepe gracht ,ze kunnen zeker niet teugkomen,zo krijgen de slakken een tweede kans ,ook de kippen lusten slakken.

  6. @Gert: Huisjesslakken zitten er hier dus wel, maar niemand heeft er last van. Naaktslakken zagen we vorig jaar voor het eerst: aan de composthopen bij het kippenhok zaten Grote aardslakken (tijgerslakken), en hier en daar zagen we ook wel eens een Gewone wegslak. Maar het bleef dus bij enkelingen.

    @Muggenbeet: En dan heb ik me altijd laten vertellen dat hosta’s op zandgrond veel minder geliefd waren bij slakken (wegens minder sappig).

    @Hoow: toen we nog in Lier woonden, ontdekten we daar in het keukentje ook regelmatig die slijmsporen…

    @Hans en Bart: heel vriendelijk van jullie… en ik vind foto 1 inderdaad van compositie wel geslaagd, maar de scherpte kon beter (kijk maar eens naar de windingen van het huisje.)

    @Tinne: slakkenrace!!! Prachtig…

  7. Op mijn dakterras had ik wel eens naakslakken op de hosta’s. Nu heb ik geen hosta’s meer en ik denk ook geen naaktslakken.
    Huisjesslakken heb ik ook niet, maar die zijn welkom, want wat zijn ze mooi.

  8. lastig he dat vertaalwerk, ik zie het als leerzaam iets, maar het maakt even snel iets bloggen opeens niet meer mogelijk.

    De ergste slakken zijn het nakende soort. Die hebben in 1 nacht een hele top uit mijn peperplant kaalgegeten vorig jaar. Ook moeten de viooltjes er veel aan geloven. Die krengen laten het zevenblad dan wel weer helemaal met rust 🙁

    Gelukkig zijn er veel bomen in de wijk, en zijn de vogeltjes daardoor mijn bondgenoot in de slakkenstrijd.

    Ik strooi ook wel eens slakkenkorrels maar alleen van ecostyle, omdat die de vogeltjes niet vergiftigen als ze een slak eten die van deze korrels gegeten heeft.

    Ik zou best kippetjes willen hebben, net als mijn ouders, elke dag een paar eitjes, en de tuin slakvrij. Mochten de konijntjes in de de geest geven is het hok groot genoeg voor een paar krieltjes 🙂 Hopelijk vinden de buren dit ook een goed idee. (ik woon in een woonwijk 🙂 )

  9. Hallo Anne, een heel interessant stuk! Ik herinner me een tentoonstelling van slakkenhuisjes in Zuid-Spanje. Dat waren varianten op de tuinslak uit zo’n beetje alle landen en in alle kleuren en maten, van millimeters groot tot reusachtig. Zoveel overeenkomsten en zoveel verschillen tegelijkertijd: evolutie is een wonderlijk proces. Groet, Richard

  10. Pingback: Slijmerig…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.