Hooibeestje!

Hooibeestje…
Dat vind ik met voorsprong de inheemse dagvlinder met de mooiste naam. (Op respectabele afstand gevolgd door de gehakkelde Aurelia.)
Hooibeestje, dat roept een beeld bij mij op van een grasland vol bloemen, waarboven talloze vlindertjes fladderen. Een beeld, dat je in de Alpen nog regelmatig ziet (en in België in de Viroin, maar dat heb ik van horen zeggen), maar waar je in Vlaanderen vergeefs naar zal zoeken.

Coenonympha pamphilus | Hooibeestje
Coenonympha pamphilus | Hooibeestje
Hooibeestje… Ik hoopte altijd al, dat vlindertje nog eens in mijn tuin te zien, maar hoewel het niet echt een zeldzaam beestje is, is het zeker geen algemene tuinsoort. Het houdt immers van open ruimte, van bloemrijke, voedselarme graslanden met kortgroeiende grassen. Maar de kans op een hooibeestje leek me nog steeds groter dan het spotten van een kleine parelmoervlinder in mijn tuin, en zelfs die kwam vorige zomer op bezoek, dus ik gaf de hoop niet op.

En jawel… Donderdag genoot ik lekker van een vrije dag (Bevrijdingsdag in Nederland!), en toen ik door de tuin liep, op weg naar het kippenhok, zag ik plots een vlindertje dat verdacht veel op een bruin zandoogje leek, maar veel kleiner was: formaat van een kleine vuurvlinder of een blauwtje.
Zou het….???
Naar binnen gerend, camera gehaald, en geprobeerd een ordentelijk shot te pakken te krijgen, dat volstond ter identificatie. En jawel! Een hooibeestje in mijn tuin!
En wat ik het mooiste vond: terwijl ik aan de rand van het hooiweitje toekeek, zag ik dat het vlindertje wel af en toe van een boterbloempje nipte, maar eigenlijk vooral van het ene grassprietje naar het andere fladderde, en daar telkens even bleef zitten. En dat zou het typische gedrag van een eitjesleggend hooibeestje zijn. De kans dat het vlindertje niet ver weg zal gaan, lijkt dan ook reëel, want op de site van INBO lees ik: “Het Hooibeestje wordt beschouwd als een gemiddeld honkvaste soort die gewoonlijk korte afstanden aflegt van zo’n 30-120 meter.”
Nog een deugddoend citaat van INBO: “Het Hooibeestje is vaker te vinden op graslanden met een korte vegetatie dan het Bruin en het Oranje zandoogje, die beide een iets hogere vegetatie verkiezen. Het samen voorkomen van deze drie soorten duidt op de aanwezigheid van een gevarieerd en soortenrijk grasland.” Want inderdaad, er vliegen hier in de tuin meer zandoogjes rond: het bruin en het oranje zandoogje, en het koevinkje hebben een voorkeur voor de bloemenborders, terwijl het bont zandoogje zich liever in de zonniger plekken van boszone ophoudt.

Het hooibeestje wordt niet als een bedreigde soort beschouwd maar – opnieuw volgens INBO – de populatie gaat in België en Nederland wel achteruit, vooral omdat er steeds minder geschikte graslanden zijn, door de intensivering en de schaalvergroting van de landbouw, maar ook door de vermesting van weilanden.
Wellicht dat in de toekomst het vlindertje dus steeds meer zijn heil moet zoeken in kleinere bloemenweides in tuinen. En op zich lijken die daarvoor zeker niet ongeschikt, want (en nu citeer ik INBO echt voor het laatst): “Ook moet erop toegezien worden dat in de onmiddellijke omgeving van vrij schrale graslanden hier en daar bomen of struiken staan van waarop de mannetjes hun territorium kunnen verdedigen.” En laat degene die wel een bloemenweide, maar geen boom of struik in zijn tuin heeft nu zijn vinger maar eens opsteken…

Het vlindertje op de foto zit in de voor deze soort typische houding: met de vleugels gesloten, en haaks op de richting van de zonnestralen. In tegenstelling tot het (grotere) bruin zandoogje zal je deze vlinder vrijwel nooit met open vleugels zien zitten.

Het lijstje van dagvlinders in mijn tuin is daarmee op 21 komen staan… en dat terwijl iemand me ooit zei dat, als je tuin erg ‘vlindervriendelijk’ is aangelegd, je toch wel kon rekenen op zo’n 17 verschillende soorten. En te weten dat ik nooit expliciet geprobeerd heb, om specifiek vlinders aan te trekken… En wellicht is dat het geheim: een tuin met ’typische vlinderplanten’ lokt wellicht typische tuinvlinders… maar door de ‘ontuinige’ biotoopjes in mijn tuin, komen hier ook vlinders terecht die een tuin nauwelijks aantrekkelijk vinden.
En weer wordt de stelling van Ken Thompson bewezen, dat je om dierenleven in je tuin aan te trekken, je niet veel bijzonders hoeft te doen… misschien hoogstens wat dingen na moet laten…

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

4 thoughts on “Hooibeestje!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.