Neen, bij dit stukje prijkt nog steeds geen foto van zevenblad.
En volgens mij is daarmee definitief bewezen dat ik geen groene vingers heb.
Vorig jaar schreef ik al, dat ik al jarenlang hoop op een vierkante metertje zevenblad in de tuin, maar het mag niet zijn…
Het zag er nochtans veelbelovend uit!
Vorige zomer ontdekte ik plots, op het met hakselhout-van-het-containerpark (voor de Nederlandse lezer: containerpark = milieustraat) bedekte pad in de moestuin een paar scheutjes zevenblad. En al wil ik graag zevenblad als groente gaan gebruiken, toch vond ik het pad van de moestuin niet de meest geschikte groeiplek. Ik heb dus voorzichtig alle plantjes uitgetrokken – en dat ging dus heel gemakkelijk, omdat ze alleen in dat hakselhout wortelden – en ze verplant naar een plekje bij de haag. Aan één kant begrensd door sierbraam, aan de andere kant door gele dovenetel, en dan nog door een strook gemaaid gras (en zoals evi al zei in een commentaar bij mijn vorige stukje: zevenblad verdraagt geen maaien)… daar moest het toch wel in toom te houden zijn?
Nu, heel de zomer heeft dat zevenblad geaarzeld: twee scheutjes zijn weliswaar in leven gebleven, maar daarmee was dan ook alles gezegd, uitbreiden deed het helemaal niet. Maar toen ik in maart toch wel een vijftal frisse zevenblad-scheutjes zag bovenkomen, dacht ik toch dat het pleit gewonnen was…
Helaas… hoewel ik amper twee weken geleden tijdens een ‘kruidenklets’ over eetbare lentekruiden nog de loftrompet stond te steken over de smaak van zevenblad, ondertussen wijzend op de aarzelende blaadjes die er waren bovengekomen, kwam ik afgelopen weekend tot de ontdekking dat het zevenblad alweer verdwenen is. Opgegeten door de schaarse slakken in mijn tuin?
In elk geval… iemand die zelfs geen zevenblad kan kweken, die kan zich toch nauwelijks tuinier noemen, wel dan?